Het begin

eerste presentatie van het non-rewind systeem

Een van de eerste projectie cabines uitgerust met het non-rewind systeem.

1968 | Ponsband Programmeer automaat.
Dit was de voorloper van het latere matrix systeem.

Daardoor werden bioscopen met meerdere zalen mogelijk in combinatie met het gebruik van xenon-lampen. In sommige gevallen werd er zelfs een extra motor geïnstalleerd, bij projectoren op cabines die dicht bij elkaar waren. Zo kon men beide projectoren koppelen, het zogenaamde interlocken. De eigen motor van de projector liep dan loos mee. Zo kon dan één 35mm kopie in twee zalen gelijktijdig vertoond worden. Voor Nederland gold nog dat elke projector, die vanuit Kinoton werd geleverd tot aan de jaren '80 nog de merknaam Philips kreeg. De laatste grootte aanpassing was de scan-reverse kop van Kinoton, een combi geluidskop voor cyaan analoog dolby pro-logic 4,1 en digitaal SRD 5,1 geluid. De Philips FP 20 is tot eind jaren '70 in productie geweest.

Philips FP 20 uitgerust met een extra interlock motor.
Tevoren was in de betreffende projector een 380 volt motor (later 220 volt, aangestuurd door een frequentie regelaar) via een getande riem aan het maltezerkruis gekoppeld. 
In de combinatie van twee of drie projectoren was er altijd een vast gegeven, de master en de slave. In geval van interlock moest er altijd handmatig de master projector gestart worden, een stop maakte niet uit op welke projector.

Het einde in de bioscoop

Tot 2011 - 2012 heeft dit type projector dienst gedaan in de commerciële bioscopen en filmhuizen, om plaats te maken voor een digitale variant. Nu zijn er nog nauwelijks  35mm voorstellingen op Kino Rotterdam, Eye Amsterdam en Filmhuis Den Haag na.

Hier nog in de vorige cinema, zaal 2 in Harmonie Dokkum

De meeste 35mm projectoren zijn toen afgevoerd, meestal compleet gesloopt. Sommige 35mm projectoren was dat lot bespaard, zoals deze Philips FP 20 filmprojector in 2009. Op de foto weergegeven in zijn laatste bioscoop-cabine, daar nog als 4000 m machine met spoeltoren. Al voorzien van een Kinoton reverse scan, waarvan alleen het analoge gedeelte werd gebruikt. Tot digitale geluidsweergave was deze bioscoop niet meer aan toe gekomen. De bioscoop sloot in 2006, daarna stond deze filmprojector nog drie jaar in de onverwarmde cabine.  Gelukkig had deze filmprojector dat goed overleefd, op wat roest-schade op de vlinder na om zijn weg te vinden naar een privé cinema in Den Bosch. Daar herleeft de nostalgie, en worden met regelmaat films vertoond zoals het toen gebruikelijk was. Door deze projector verder te volgen, krijgt U een indruk van deze 35mm projector en rand apparatuur.

De projector had in de Harmonie bioscoop een steile projectiehoek voorover, daarvoor was het noodzakelijk om de voet 180° te keren. Zodat de machine weer in balans stond.

(foto is als voorbeeld, is niet van die cabine)

Er stond een spoeltoren achter de projector, voor 4000 m spoelen

Binnenkomst in privé cinema

Deze projector heeft vroeger deel uitgemaakt op een overname cabine. Het was zelfs een Rock & Roll machine, dit hield in dat na afloop de film met hogere snelheid werd terug getransporteerd in de complete filmbaan. Er was een extra sprocket aangebracht, en de afwikkel as had een speciale constructie, zodat de film weer werd opgespoeld. Dit systeem is niet succesvol geweest, en had veel problemen wat tot flinke schade tot gevolg had aan de film copie. Er werd immers na projectie de filmloop niet meer gereinigd.
Deze projector is ooit gereviseerd, en daarbij is toen de 220 volt sturing veranderd naar 24 volt sturing, en aangepast voor 4000 m spoelen. Dit in combinatie met een 4000 m afwikkeltoren, die de film na afloop op hoge snelheid deed terugspoelen.

Loopwerk van een Rock & Roll projector (is niet meer aanwezig)

Staat bij binnenkomst, bovenzijde blanco plaat. Dit omdat de projector alleen als optisch geluid was geleverd destijds. Hier nog met afgefreesde doofkamers zichtbaar vanwege benodigde ruimte voor 4000 m spoelen. Geluid alleen optisch SR. SRD was niet in gebruik in de vorige cinema. De taats-lager moest ook worden vervangen, die maakte veel geluid. De afgefreesde doofkamers zijn later vervangen voor een later type, waarbij afspeelrichting van de bovenspoel niet meer van belang was.


vorige cabine in de home-cinema
230 volt, besturing 24 volt 230 volt, besturing 24 volt
optisch SR: optisch SRD - 4 kanaal magneettoon
4000 m spoel: 1800 m spoel
enkele objectief houder: objectief revolver
eerste model voet: laatste model voet
zonder trommels: met trommels
geen automatisering: automatisering 20 | 40 matrix
afgefreesde doofkamers: vervangen naar latere versie

al voorzien van 4 kanaal magneet toon geluid, en terug omgebouwd naar 1800 m spoelen

De Philips FP 20 en Ernemann IX naast elkaar, die nog steeds regelmatig films vertonen. Met name zijn films die lijden aan het vinegar syndrome nog prima te vertonen op de Ernemann IX. Dit vanwege zijn rechte filmbaan, en nog de originele 1800 m trommels. Dit maal niet voor de brandveiligheid, maar voor de doordringende azijn geur.

Ernemann IX en Philips FP 20 filmprojector, beide geautomatiseerd en aangestuurd door een Kinoton 20 | 40 matrix.  De voet van de FP 20 is hier ook vervangen naar een latere versie.



Vinegar syndrome

(nl ondertiteld)

De meeste films (acetaat) gaan dit effect vertonen bij te warm opslaan of wanneer ze het lak proces hadden gehad. Het zogenaamde lakken werd vroeger gedaan om kabels (niet door emulsie) en beregening ongedaan te maken. De kopie zag er weer als nieuw uit, maar ondertussen leek de kopie te verstikken. Er begint een chemisch proces, waardoor de drager begint te golven. Het is dan ook al herkenbaar aan de sterke azijn geur, die de film afgeeft. Op een bepaald punt wordt het zo erg, dat egale scherpte op projectoren met gebogen filmbanen niet meer mogelijk is. Daar tegen in, presteren projectoren met een rechte filmbaan nog wel een scherp egaal beeld. Bij vertoning met 1800 m spoel, wikkelt de film niet meer egaal op, en vormt er tegen het einde een ei vorm wat de werking van de onder-frictie verstoord. Vertoning via het non-rewind systeem gaat echter nog prima. Het is verstandig om een kopie die aan het vinegar syndrome lijd, afzonderlijk te bewaren. De gassen die de film uitademt kan andere acetaat films aantasten. Bewaren geschied het beste buiten het filmblik en zo vast mogelijk opgewikkeld, hierdoor kan je het proces vertragen. In de laatste fases wordt het materiaal steeds slapper, en begint soms zelfs te kristalliseren.  Bij afwikkeling verkleven de lagen soms aan elkaar, en trekken de drager geheel stuk. De filmkopie is niet meer vertoonbaar...